Paddenstoelen zijn een lekkernij. Ze passen in veel schotels en kunnen op allerlei manieren toegepast worden. Denk maar aan de klassieke “toast aux champignons”, een delicatesse zelfs. Veel mensen passen ze ook toe in rauwkostschotels, maar dat wordt door sommige instanties afgeraden, omdat de champignon eigenlijk een schimmel is die voortgeplant wordt door spoorelementen. Er zijn er zelfs die beweren dat een rauwe champignon kankerverwekkend kan zijn, vanwege de stof agaritine. Niet iedereen is het daarover eens, want champignons kunnen ook heel heilzaam zijn en gebruikt worden precies in de bestrijding van kanker. Denk maar aan bèta-glucaan afkomstig uit champignons en dat een geweldige booster is van het immuunsysteem. Maar verhitten is inderdaad het beste omdat daardoor ook mogelijke bacteriën afgedood worden.
Champignons zijn dus inderdaad een schimmel, maar worden geklasseerd bij de groenten. Ze bevatten heel veel eiwitten en worden daarom vaak als plantaardig vlees beschouwd. Het is eigenlijk een ideale vleesvervanger. Champignons is eigenlijk een gezonde booster van het brein en stimuleert de hersenactiviteit. Wetenschappers zijn er nu mee bezig om te onderzoeken of sommige champignonsoorten ook kunnen ingeschakeld worden in een dieet om Alzheimer te voorkomen, evenals kanker.
Champignons zijn altijd lekker. Ze bevatten immuun-stimulerende stoffen en zijn dus gezond. Maar het wordt door sommigen wel afgeraden om ze rauw te gebruiken vanwege het mogelijke besmettingsgevaar met bacteriën. Pluk ook geen champignons in de natuur als je er niets van kent.
Champignons bestaan in een eindeloze variatie en zijn eigenlijk heel mooi om te zien. Sommige daarvan zijn giftig. Je mag dus zomaar niet op eigen houtje paddenstoelen plukken en verorberen. Je moet er echt iets van kennen vooraleer je paddenstoelen uit de natuur mag gebruiken. De meest bekende en ongevaarlijke soort is de kleine witte paddenstoel: “de champignon de Paris”.
Maar je hebt ook de zogenaamde shiitake, de kastanje paddenstoel, de Akkerpaddenstoel, de oesterzwam, de Portobello (ideaal voor op de barbecue) enz.
Champignons zijn leveranciers van belangrijke voedingsstoffen. Vooral vitamines van de B-groep: vitamine B2 en B3 zijn de voornaamste. Ook kalium, fosfor, foliumzuur, koper en natuurlijk plantaardige vezels. Ze bevatten amper calorieën en passen dus in een vermageringsdieet. Je moet ze zo snel mogelijk nadat je ze gekocht hebt gebruiken. Best niet onder de kraan schoon maken, want dan verleppen ze snel, want ze nemen het water op. Je kan ze best van al schoon maken met een borsteltje. Je kan van champignons soep maken, je kan ze bakken, braden of frituren en roosteren op de barbecue. Kortom er is altijd wel een bereiding die je beslist lekker zult vinden.
Want champignons zijn altijd lekker in schotels. Niet enkel rauw (maar pas er toch mee op) maar ook gebakken, op tosti’s ofte toasts en in allerlei vleesgerechten. Soms gebeurt het wel eens dat champignons taai worden. Dan zijn ze niet lekker meer. Om dat te voorkomen moet je er voor zorgen dat ze hun sap behouden. Heel wat keukenprinsessen behandelen de champignons dan ook verkeerd. Eigenlijk mag je pas na het bakken of braden zout toevoegen aan de champignons. Dat is ook het geval met vlees. Op die manier zullen ze minder sap verliezen en blijven ze prettiger om eten. Champignons die je wil bewaren en hun witte kleur wil behouden, moet je in het donker bewaren. Daarvoor doe je ze in een bruine papieren zak of rol ze in keukenpapier en zet ze in een kast in de kelder. Op die manier beleef je dubbel plezier aan je champignonschotels.