Vroeger ging men ervan uit dat de ziekte van Lyme veroorzaakt werd na een beet van een teek en een bacteriële infectie meebracht. Een onooglijk klein beestje, een beetje zoals een mini-spin. Het volume van dat insect kon wel driemaal toenemen nadat het zich volgezogen had met menselijk of dierlijk bloed. Er was dus een gast nodig om voort te kunnen leven. En om de twee dagen moest dat gebeuren of het ging dood. Jammer genoeg zijn er voldoende gastheren zodat de teek nog altijd in aantal toeneemt, zelfs tegenwoordig in stadsparken in ons land, maar ook in privétuinen wordt opgemerkt.
Wandelingen in bossen en velden zijn aangenaam en ontspannend, maar er loeren ook gevaren.
Maar er is nog meer. Want niet enkel een bacterie kan voor dramatische ellende zorgen, er is nu ook een virus opgemerkt het zogenaamde TBE-virus dat hersen- en hersenvliesontsteking kan veroorzaken en dat is niet min. Een duidelijk te duchten probleem dus.
En tegenstelling tot wat je zou verwachten zijn het vooral landen in het noorden die ermee af te rekenen hebben. Daar is niet het klimaat op zich verantwoordelijk voor, maar wel de talrijke gastheren: herten en schapen. En die brengen het op hun beurt naar de mensen.
Tegen bacteriële infecties kun je nog antibiotica slikken, maar bij een virus moet je rekenen op je eigen immuniteit of de herkenning van een eerdere besmetting en de reactie van antistoffen. Men spreekt nu wel van inentingen, maar … daar gaan we weer.
Maar met de variant met het virus is het een heel andere zaak. Teken die besmet zijn kunnen het TBE-virus meteen door de beet overdragen. Het probleem hiermee is dat als je de teek op je arm, been, rug of buik aantreft, het eigenlijk al te laat is, want het insect kan je al gebeten hebben. Eigenlijk gevaarlijker dan de bacteriële besmetting.
Ook bij huisdieren
De meeste wilde en huisdieren kunnen als tussengastheren optreden. De voornaamste dierlijke reservoirs van de bacterie zijn de knaagdieren en grofwild (hert-achtigen) en in mindere mate ook de vogels. Deze wilde dieren ontwikkelen de ziekte niet, het zijn tolerante reservoirs. Bij sommige huisdieren, zoals honden en paarden, kunnen daarentegen wel klinische symptomen optreden: vermoeidheid en soms artritis.
Voor de voltooiing van de levenscyclus van de „Ixodes”, het type dat het meest in onze streken voorkomt, zijn er drie opeenvolgende gastheren nodig en hij duurt in het totaal twee jaar.
Het wijfje legt haar eieren op een beschut plekje in de grond en ongeveer één maand later komen de larven uit het ei. De larve wacht twee tot drie weken om een gastheer (een dier of één enkele keer ook de mens) te zoeken. Ze voedt zich één enkele maal, gedurende drie tot vijf dagen, met zijn bloed. Daarna ondergaat ze een gedaanteverwisseling tot nimf.
Haar gedrag lijkt op dat van de larven: twee tot drie weken na het uitkomen een gastheer opzoeken en één maaltijd die vier tot vijf dagen duurt. Na het beëindigen van de „maaltijd” maakt de nimf zich van haar gastheer los. Na drie tot vijf maanden veranderen de nimfen in volgroeide teken die na drie tot vijf maanden geslachtsrijp zijn. Enkel de vrouwtjes voeden zich dan met het bloed van een dier of een mens. Is het bloed van de gastheer besmet, dan zal deze bacterie zich in de ingewanden van de teek vermenigvuldigen en kan ze op een nieuwe gastheer worden overgedragen wanneer de teek bij een volgende maaltijd een deel van zijn darminhoud leegspuit in de bloedsomloop.
Wat je moet weten
Iedereen die op de één of andere manier met de natuur in aanraking komt, moet rekening houden met de kans dat hij of zij door een teek wordt gebeten en zo Lyme-ziekte kan oplopen. Wegblijven uit bossen, bosachtige omgeving en tuinen kun je niet. Maar je kunt je wel, door het dragen van de juiste kleding, redelijk beschermen tegen tekenbeten.
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Het is zaak om teken, die zich aan jou hebben vastgebeten, zo snel mogelijk te verwijderen. Ook is het verstandig om de datum van een tekenbeet meteen te noteren.
Kijk naar je huid
Het eerste zichtbare ziekteverschijnsel dat op Lyme-ziekte wijst, is een rode, ringvormige huiduitslag rond de tekenbeet. Maar er kunnen ook andere, minder makkelijk te herkennen, klachten optreden. Ga bij klachten die op Lyme-ziekte kunnen wijzen snel naar de arts. Lyme-ziekte is vooral in vroege stadia goed en snel, met een antibioticum, te behandelen.
Wie door zijn of haar beroep veel in bossen en andere natuurgebieden komt, heeft grote kans een tekenbeet op te lopen. Mensen kunnen niet besmet worden door geïnfecteerde dieren, maar alleen door een rechtstreekse tekenbeet. Vaak merk je daar maar weinig van. En soms denk je dat het maar om een eenvoudige beet van een insect gaat. Zo eenvoudig is dat niet! Teken kunnen namelijk besmet zijn met bacteriën en nu ook door virussen. Via hun beet kunnen ze die overdragen en zo infectieziekten veroorzaken. In Oost-Europa bijvoorbeeld komt een hersenontsteking voor die door een virus wordt veroorzaakt en door een tekenbeet wordt overgedragen. Deze ziekte die FSME heet, kennen we bij ons nog niet zozeer. Hier kennen we alleen Lyme-ziekte.
Niet iedereen
Lang niet elke tekenbeet draagt Lyme-ziekte over. Slechts 15 % van de teken bij ons zijn besmet. De teek hecht zich aan de huid en zuigt zich via een snuitvormig orgaan vol bloed. De bacteriën en virussen die zich in het lichaam van de teek bevinden kunnen zo in contact komen met het bloed van de gastheer. Dat gebeurt niet meteen. De teek neemt er de tijd voor om zich vol bloed te zuigen. Hoe langer de teek bezig is met bloed zuigen, hoe groter de kans is op overdracht van de besmetting.
Daarom is het zo belangrijk om teken snel te verwijderen. Want hoe korter de teek blijft zitten, hoe kleiner de kans op besmetting is. Nog beter is het om zo veel mogelijk te voorkomen dat je tekenbeten oploopt.
Tekenbeten voorkomen en verwijderen
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Maar het voorkomen van tekenbeten valt niet mee, vooral niet als je voor het werk of voor je vakantie veel in een beboste omgeving vertoeft. Het is bovendien ook niet gemakkelijk om steeds maar helemaal ingepakt rond te lopen. Toch moet je het vooral van je kleding hebben: broeken met lange pijpen en overhemden en truien met lange mouwen, beschermen wel. Die kleding moet bovendien goed sluitend zijn. Want teken hebben de nare gewoonte om door de kleinste openingen naar binnen te kruipen. Dus: broekspijpen in laarzen of sokken en overhemd in de broek.
Goede controle
- Kijk in ieder geval aan het einde van de dag goed of je ergens op je lichaam een teek hebt.
- Bijt een teek zich aan jou vast, probeer die dan zo snel en goed mogelijk te verwijderen.
- Desinfecteer de teek nooit voordat je hem eruit trekt. De kans is dan namelijk groter dat jijzelf wordt geïnfecteerd.
- Trek de teek voorzichtig met behulp van een speciale tekenpincet uit, waarbij je moet voorkomen dat het lijf wordt leeg geknepen.
- Desinfecteer hierna het wondje met een watje, gedrenkt in alcohol.
Wordt voortgezet