Borstkanker is waar vrouwen het meest bang voor zijn. Niet zonder reden, want het is de kankervorm die ook meest voorkomt onder vrouwen, zelfs onder relatief jonge vrouwen. De meerderheid ontdekt zelf het knobbeltje in de borst en meteen wordt aan het ergste gedacht. De onderzoekstechnieken zijn veel verfijnder geworden, zodat verkeerde beoordelingen gelukkig minder voorkomen, want het was niet zeldzaam dat onterecht een borst werd geamputeerd bij een vrouw. Een verminking die een heel grote psychische impact heeft en zonder goede opvang kan wegen op de rest van haar leven. Maar toch hoeft het niet zo te zijn, je kan borstkanker voorkomen, heel gemakkelijk zelfs.
Een bekend gynaecoloog: “Ik heb tienduizenden bevallingen geassisteerd en van al die duizenden patiëntes heeft er niet één borstkanker. Het organisme van de vrouw is helemaal ingesteld op moeder worden, een baby krijgen en borstvoeding geven. De borstklieren beschikken over het vermogen om kolossaal in omvang toe te nemen tijdens de lactatieperiode en dat gedurende langere tijd vol te houden. Als de jonge moeder de borst geeft, dan ontstaat een groot aantal witte bloedlichaampjes gespecialiseerd in het verzorgen van de kliercellen. Uitgeputte of afgestorven cellen worden weggewerkt en als er een celletje ontspoort, wordt dat geëlimineerd. Dat verschijnsel wordt bovendien groter als de patiënte de borstvoeding geleidelijk vermindert of verlaat. Als ze lang genoeg borstvoeding gegeven heeft, zal ze een enorm vermogen hebben opgebouwd om onnodige kliercellen te elimineren.
Ons leven is totaal onnatuurlijk geworden. Dat wreekt zich op veel manieren. Jammer genoeg is borstkanker daar ook een deel door te verklaren.
Op die manier beschikt een vrouw die borstvoeding heeft gegeven over een leger witte bloedcellen die gespecialiseerd zijn in melk-secreterende cellen, maar die als in haar later leven cellen ontaarden of ontstoken raken, of als er iets anders mis mee loopt, heel gemakkelijk en zonder problemen kunnen worden uitgeschakeld.
Een vrouw die nooit borstvoeding heeft gegeven, beschikt niet over dat vermogen en is dus meer blootgesteld aan borstcarcinomen. Als een jonge moeder verkiest van geen borstvoeding te geven dan moet de hele groeikracht van de borst worden teruggeduwd enerzijds met medicamenten en anderzijds op een mechanische manier en dat is volkomen tegennatuurlijk.”
Een goede dertig jaar geleden begon men te bemerken dat borstcarcinoom vooral voorkwam bij niet gehuwde vrouwen. Zo is het bekend dat kloosterzusters meer risico op borstkanker hebben dan gehuwde vrouwen. Aanvankelijk dacht men dat de seksuele relatie er wat mee te maken had, maar nadien is men gaan inzien dat de zwangerschappen een beschermende invloed hadden op het mogelijk ontstaan van borstkanker. Nog later zag men dat het aantal nog verminderde naarmate de vrouw borstvoeding gaf. Dat wordt trouwens bevestigd in de praktijk: geen borstkanker. Maar borstvoeding was essentieel.”
Borstvoeding, ideaal voor moeder en kind
Hoe lang moeten ze dan borstvoeding geven om beschermd te zijn?
“Alle beetjes helpen, zelfs al geven ze maar één maand, of nog maar drie weken borstvoeding, toch helpt het, want van bij het begin van de lactatie wordt de bescherming opgebouwd. Hoe langer borstvoeding wordt toegepast, des te beter, zowel voor de moeder als voor het kind. Zes à zeven maanden is daarom ideaal. Het is trouwens de natuurlijkste zaak van de wereld. Voor kinderen is dat trouwens ook het beste: ze krijgen veel meer immuniserende stoffen binnen en ze hebben veel minder kans op allerlei infectieziekten en zeker ook allergieën. Men houdt er rekening mee dat het te vroege contact met vreemde eiwitten zoals bij koelmelk of poedermelk die thans wordt gegeven, mee oorzaak is dat er zoveel allergieën ontstaan bij baby’s en jonge kinderen. Je moet ervan uitgaan dat kunstmatige voeding een noodoplossing is. Zo lang een vrouw borstvoeding kan geven, moet ze dat ook doen. Maar onze maatschappij heeft het jonge gezinnen niet gemakkelijk gemaakt: vrouwen willen graag een carrière naast het moederschap en daarom zien ze gemakkelijk af van hun natuurlijke opdracht, hun baby’s zelf zogen. Ze schakelen veel te snel over op flessenvoeding. Dat probleem wordt nog groter doordat het huwelijk steeds maar uitgesteld wordt en vooral ook het tijdstip van de eerste geboorte steeds later komt. De carrière komt voor het moederschap, maar de natuur is niet ingesteld op geld verdienen en luxe, maar wel op het krijgen van kinderen. Dat zijn twee tegenstrijdige belangen waar de maatschappij steeds meer de gevolgen zal van dragen. Er is een demografische achteruitgang, want er komen steeds minder kinderen ter wereld en de leeftijd van de moeder stijgt voortdurend, de eerste zwangerschap – als er al een tweede komt – valt steeds later. Noch voor de moeder noch voor het kind is dat ideaal. Maar waarom zouden ze nog vroeger trouwen? Ofwel willen ze eerst een carrière, de maatschappij heeft hen niet voorbereid voor een relatie tot liefde, maar voor een relatie tot gewin. Uit seksuele overwegingen hoeven ze het ook al niet te doen, want de maatschappij is nu zuiver lichamelijk ingesteld, men heeft al een seksuele relatie vooraleer de puberteit is voltooid, vaak met ernstige gevolgen voor de gezondheid. Kicks van die kant hoeft men niet meer te verwachten, men heeft alles al gehad, dus zoeken sommigen het in de drugs, vervallen in depressies, komen in een duivelskring terecht, terwijl het recept voor geluk en gezondheid eenvoudig is: iemand graag zien, een gezin stichten, een harmonieuze relatie opbouwen, op tijd kinderen krijgen, ze groot brengen en samen van het leven in harmonie genieten.
Hormonale storingen
Het milieu, onze omgeving belast het organisme natuurlijk ook veel meer dan vroeger. Door de voeding, door de geïndustrialiseerde landbouw worden heel veel xeno-oestrogenen in omloop gebracht. Die ageren als oestrogene overlast, waardoor de kans op borstkanker toeneemt. Zoals prof. Janssens ooit zei, daar kan iets aan gedaan worden door fyto-oestrogenen: meer soja in de voeding, want de Japanse vrouw kent veel minder borstkanker dan de westerse vrouw. Het voedselpatroon heeft er beslist iets mee te maken. Bovendien is het pilgebruik er ook anders.
Prof. Daels zei destijds: „Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat het pilgebruik het aantal borstkankers laat toenemen. Zoveel jaar geleden had ik een assistent die een grote voorstander was van oestrogene anticonceptie. Als voorbeeld van veiligheid verwees hij naar zijn eigen vrouw die al jarenlang de pil nam. Maar jaren later moest hij de discussie vermijden, omdat ook zijn eigen vrouw het slachtoffer geworden was van borstkanker. Natuurlijk is de huidige pil veiliger gedoseerd dan de oude en ook voor vrouwen met menopauzale problemen worden oestrogene hormonen voorgeschreven, maar ik geloof wel dat het risico daarvan beperkt is. Van cancerologen in het ziekenhuis hoor ik wel dat ze zich zorgen maken over de gezondheid van de jeugd en het vroege tijdstip waarop meisjes reeds bezig zijn met hormonale anticonceptie. Ik vrees dat er ons in de toekomst nog wat te wachten staat.”
Meer natuurlijk leven
Ondanks de meer verfijnde technieken van chirurgie en ondanks betere medicijnen, lijkt het ons niet te lukken het probleem in te dammen, want nu al krijgt één op negen vrouwen borstkanker en in de USA één op de acht. Wat staat ons nog te wachten?
Dat aantal zal nog toenemen want men krijgt steeds later baby’s, steeds minder kinderen en men ziet af van borstvoeding: een ideaal gegeven voor borstkanker. Maar we willen de mensen niet bang maken, maar hen integendeel aansporen tot voorzichtigheid en tot een meer natuurlijk leven: liever op tijd trouwen, op tijd kinderen krijgen en zeker lang genoeg borstvoeding geven. Dat is niet enkel belangrijk voor het maatschappelijk welzijn, maar ook voor het geluk en de gezondheid van het individu. Als ze weer leren verlangen naar natuurlijke dingen, zullen ze minder geneigd zijn te vervallen in catastrofale genoegens: drugs en zinloze kicks. En… gelukkige en gezonde ouders brengen gelukkige en gezonde kinderen voort.”