Wie er last van heeft weet wel wat het is: wagenziekte, reisziekte, zeeziekte. Het lijkt allemaal op elkaar en het heeft ook wel dezelfde oorsprong. Toch is er beslist iets aan te doen, want eigenlijk is het geen ziekte, maar een overgevoeligheid van het evenwichtscentrum in het binnenoor.
We hebben het ooit meegemaakt: een passagier op een stilstaande autobus werd “zeeziek” omdat de bus op de kade naast een wiebelende ferry geparkeerd stond. De bus stond stil, maar de ogen namen beweging waar, van het schip naast de bus. De man werd mottig en moest uiteindelijk braken: zeeziekte aan land in een geparkeerde bus dan nog wel. Het kan!
Maar datzelfde kan gebeuren als je als passagier in een auto de wegenkaart leest. Je ogen nemen stilstand waar, terwijl het evenwichtscentrum in het binnenoor beweging detecteert. Het omgekeerde van in de bus dus. En weer ontstaat dit keer geen zeeziekte, maar wagenziekte, een gelijkaardig fenomeen.
Reisziekte, wagenziekte, zeeziekte, het heeft allemaal met hetzelfde te maken en kan je vakantie al van bij de start verbrodden. Maar, je kan er iets aan doen.
Zo kan de discordantie tussen de visuele waarneming en de ervaring in het evenwichtscentrum tot problemen leiden die eindigen in misselijkheid, braken en in extreme gevallen een zo erge “zeeziekte” dat je moet braken en zelfs groenachtige huidskleur krijgt. Dat is geen lachertje. Merkwaardig is wel dat van zodra je vanop zee voet aan land zet het voorbij is. Ook zo als je uit de wagen stapt: twee minuten later is het over.
Hoe ga je ermee om want op die manier op vakantie vertrekken, is geen plezierreis en hoe kun je voorkomen dat je vakantie bij de heenreis al verbrod wordt?
Signalen
Reisziekte kan zelfs de mooiste vakantie in een nachtmerrie van pure ellende doen veranderen. Hoe komt het toch dat zoveel mensen er last van hebben? En kan er iets tegen gedaan worden? Gelukkig wel.
Het is onmogelijk voor je omgeving de schijn op te houden dat je er geen last van ondervindt door stoer te zeggen: „Ik heb het niet”. Evenmin kan je de hardnekkige symptomen van deze ellendige problemen voor jezelf negeren. Wie reisziek is, weet dat. Je wordt bleek, het zweet breekt je uit. Je voelt je alsof je misselijk bent en nadien alsof je op het punt staat te sterven.
Je wordt overspoeld door golven van misselijkheid waaraan maar geen einde schijnt te komen en ten slotte zit er niets anders op dan de wagen aan de kant te zetten ofwel naar de badkamer of de reling van het schip te rennen om de inhoud van je maag uit te braken.
Door over te geven, voel je je heel even wat beter. Maar dat geluk is van korte duur want zelfs als je maag leeg is, keren de symptomen na een tijdje terug. Je wil de hele tijd gapen, voelt je hongerig, hangerig en misselijk. Ten slotte ga je je weer vreselijk reisziek voelen. En omdat een ongeluk nu eenmaal nooit alleen komt, ga je na een poosje ook nog geplaagd worden door een splijtende hoofdpijn. Je begint je ook slaperig te voelen en het liefst van al zou je heel alleen in een eenzaam hoekje willen wegkruipen om er rustig dood te gaan of toch minstens in een diepe slaap weg te zakken.
Oorzaken
De vermelde symptomen, die we onder de noemer reisziekte kunnen samenvatten, treden op wanneer het evenwichtsorgaan hevig geprikkeld wordt en er een tegenstrijdige informatie is tussen wat de ogen waarnemen en wat het evenwichtscentrum noteert.
De voornaamste vormen van reisziekte zijn: luchtziekte, zeeziekte en wagenziekte. Als het menselijk lichaam gedurende een lange tijd welbepaalde bewegingen ondergaat, raken de hersenen in verwarring. In normale omstandigheden zijn die moeiteloos in staat om vast te stellen welke beweging het lichaam ondergaat. Ze kunnen dat doen door de signalen die het van het evenwichtsorgaan in het binnenoor ontvangt, te vergelijken met signalen die het van de ogen, de spieren en de gewrichten ontvangt. Al die signalen worden met elkaar vergeleken en stellen het brein in de gelegenheid tot een besluit te komen.
Zo kunnen de hersenen tot de conclusie komen dat we overeind staan, platliggen, ondersteboven staan of ons in een schuine hoek bevinden ten opzichte van de richting waarin we ons voortbewegen. Maar het kan gebeuren dat de hersenen niet tot een eensluidende, voor de hand liggende conclusie kunnen komen. Dat is het geval als de boodschappen die ze ontvangen met elkaar in tegenspraak zijn. Dat gebeurt als ze van het evenwichtsorgaan een bepaalde boodschap vernemen en van de ogen andere informatie. Resultaat: verwarring die reisziekte veroorzaakt.
Als iemand zich bij voorbeeld vooraan op de boeg van een kanaalferry bevindt, zal zijn evenwichtsorgaan hem meedelen dat zijn lichaam opeenvolgende rijzende en dalende bewegingen ondergaat. Zijn ogen zullen hem echter vertellen dat hij onbeweeglijk in een vertrek zit. Dit zijn dus twee boodschappen die met elkaar in conflict zijn. Gevolg: je wordt wit, slaperig, gapend. Dat ziektegevoel ontstaat omdat dergelijke vormen van desoriëntatie het braakcentrum in onze hersenen stimuleren, een plekje in het brein dat controle uitoefent over onze eventuele gevoelens van misselijkheid en over braakneigingen.
Wat kun je doen?
Er zijn mensen die er gevoelig voor zijn en andere niet. Stel je voor dat je visser wil worden en er gevoelig voor bent. Dan kun je beter een ander vak kiezen. Bij wie er gevoelig voor is, stelt men ook een overgevoelig braakcentrum vast en deze mensen zullen dus veel meer onderhevig zijn aan reisziekte dan anderen.
Dit braakcentrum kan ook geprikkeld raken door gevoelens van angst, weerzin en paniek. Kinderen zijn gevoeliger voor reisziekte dan volwassenen. Logisch, hoe ouder we worden hoe meer we gereisd hebben, waardoor we stilaan een en ander gewoon worden en ook beter leren verdragen. Meestal is het zo dat zgn. professionele reizigers die voor hun beroep vaak op reis moeten, minder last van reisziekte hebben dan wie zelden de eigen omgeving verlaat. Maar zelfs hier zijn er uitzonderingen op de regel.
Je kan het probleem vermijden door plaats te nemen op het meest stabiele gedeelte van het voertuig. Op een schip is dat ongeveer in het midden; in een vliegtuig is dat tegenover vleugel, in een autobus is dat halfweg tussen twee op elkaar volgende stel wielen.
Verder helpt het om de beweging te anticiperen, d.w.z. door tijdig te weten wat op je afkomt. Als je je bijvoorbeeld op een schip bevindt en het weer laat het toe, dan ga je best aan dek staan en kijkt daar zo goed mogelijk voor je uit, naar de horizon. Zo heb je een stabiele referentie. Je hersenen registreren ook de logica van de beweging en de golven. Op die manier beheers je als het ware de golven, je blik gericht op de horizon en met een frisse zeebries op je gelaat.
Zit je in een auto, dan doe je er goed aan recht voor je uit te kijken en niet langs een van de zijraampjes. De wegenkaart lezen is dus geen goede methode voor wie gevoelig is voor reisziekte. Wil je tijdens de reis slapen, sluit dan je ogen, klap je autozetel naar beneden en ga plat liggen. Wees tijdens een reis ook vriendelijk voor je maag. Vermijd zware spijzen, vet voedsel en drink geen alcohol. Natuurlijk vind je bij de apotheker allerlei middelen tegen reisziekte. Het hangt af van een aantal omstandigheden, zoals de duur van de reis, of je kan slapen, of je zelf aan het stuur moet zitten (sommige middelen zijn slaapverwekkend), kijk dus goed uit! Vraag het advies van je apotheker. Alcohol, een lege maag of een overvloedige maaltijd moeten vermeden worden.
En een tip: kauw op een stukje gemberwortel. Dat dempt de overprikkeling van het evenwichtscentrum. Op die manier heb je er beslist minder last van.