Meer dan één op vier landgenoten wordt getroffen door een cardiovasculair probleem, waarbij hartinfarct snel ingrijpen noodzakelijk maakt. De eerste dagen na het infarct zijn bijzonder kritisch. De hartspier moet zich herstellen van het trauma en omdat de oorzaak meestal bij de conditie van de bloedsomloop moet worden gezocht, bestaat uiteraard het risico dat spoedig een tweede, zelfs een derde infarct optreedt. Naarmate de tijd verstrijkt wordt dat gevaar steeds kleiner, tot de patiënt het ziekenhuis kan verlaten en hij of zij terug naar huis wordt gestuurd, uiteraard met een boel vragen en vaak met grote angsten en vooral de onzekerheid: is er nog leven na het infarct?
Vaak is het loslaten van de veilige omgeving van de hartbewakingsafdeling van het ziekenhuis al een zware belasting voor zo’n patiënten, want ze zijn een beetje aan zichzelf overgelaten. Maar naarmate de weken voorbijgaan en de zieke herstelt, de gewone activiteiten worden hernomen en de dagelijkse sleur terugkeert, groeit ook het vraagteken: hoe groot is de kans op hervallen, wat mag ik nog presteren, ben ik voor een deel uitgeteld, is mijn leven belast en zal het nu ingekort worden, wat mag ik nog doen om veilig verder te leven. Meestal blijven ze met die vragen alleen achter, want de goedbedoelde schouderklopjes van de artsen en specialisten worden beschouwd als een psychologische geruststelling waar eigenlijk volgens hen geen wetenschappelijke waarde achter zit. Is dat zo? Hoe moet de patiënt nu verder met de vrees voor een nieuw infarct en wat kan hij doen om dat te voorkomen?
Uiteraard is lichamelijke beweging van vitaal belang voor wie een hartinfarct wil voorkomen. Maar ook de voeding is van het grootste belang. Pas je menu aan, eet meer vis, vermijd bewerkte vleeswaren, kies voor meer fruit en groenten.
Informatie erg belangrijk
Het is van het grootste belang dat de patiënt goed geïnformeerd wordt. Hij moet precies weten wat er aan de hand is, wat de oorzaken zijn van zijn of haar infarct en wat kan worden gedaan om het in de toekomst te voorkomen. Een patiënt die daarin inzicht heeft, die voldoende werd voorgelicht over de omvang van zijn infarct en die weet wat hij mag eten en hoelang en hoe zwaar hij nog mag werken, zal minder problemen kennen, vooral op psychisch en emotioneel gebied, dan iemand die weliswaar goed kan zijn behandeld, maar die na het loslaten van het ziekenhuis, wat aan zijn lot blijft overgelaten. Als de dokter je dus niet voldoende informatie geeft, vraag er hem om, misschien denkt hij er niet altijd aan, of verwacht hij niet zo’n grote interesse vanwege zijn patiënt. Desnoods moet je naar een andere arts als dit aspect, dat werkelijk deel uitmaakt van de behandeling en een grote motor is van het genezingsproces, wordt verwaarloosd.
Hoe ontstaat een infarct? Heel simpel: Je bloedvaten moeten het bloed met voedende bestanddelen en zuurstof naar alle lichaamscellen brengen. Dat bloed wordt rondgepompt door het hart. Als die bloedvaten vernauwen door een of andere oorzaak, dan krijgt het gebied dat erachter ligt te weinig zuurstof en kan dus afsterven. Als dat gebeurt in de kransslagaders, die het bloed naar het hart brengen of afvoeren, dan kan het gebeuren dat een deel van de hartspier zelf geen bloed meer krijgt. De spiercellen sterven af, veroorzaken bij dit proces heftige pijn en… het hartinfarct is tot stand gekomen. Omdat dit afgestorven weefsel geen kracht meer kan produceren, is dit deel van de hartspier nutteloos. Het verricht geen arbeid meer en moet meegetrokken worden door de rest. Gevolg: het hart is een deel van zijn vermogen kwijt. Naargelang van de plaats van dit afgestorven weefsel (achteraan is minder gevaarlijk) en de oppervlakte ervan, zal ook de invloed van het infarct op de gezondheid en de rest van het leven afhangen.
Dit infarct is definitief. Met andere woorden, er is geen genezing van het afgestorven weefsel mogelijk. Het blijft altijd zichtbaar als een litteken in de hartspier. Wanneer men als genezen wordt beschouwd na een infarct wil dat dus niet zeggen dat het infarct zich hersteld heeft en dat het weefsel weer gezond is, maar wel dat het afgestorven weefsel vervangen is door stug weefsel en dat de rest van de hartspier de taak van het afgestorven gedeelte heeft overgenomen. Dat kan perfect gebeuren, vooral als het infarctgedeelte niet te groot is en als de patiënt verder aan zijn conditie blijft bouwen, met andere woorden zich perfect verzorgt. Veel patiënten krijgen zelfs een betere conditie dan tevoren, maar dat hangt dan ook enkel en alleen van henzelf af.
Voorkom tweede infarct
Als je eenmaal een hartinfarct hebt gehad, kan je inderdaad een tweede maal het slachtoffer worden van zo’n probleem, zelfs een derde en een vierde maal. Hoe meer weefsel afsterft, hoe kleiner de overlevingskansen en het comfort van de zieke worden. Statistisch is evenwel gebleken dat infarctpatiënten minder gemakkelijk hervallen, vooral als ze ophouden met roken en op hun dieet letten. Het aantal herval-patiënten is zelfs kleiner dan het percentage patiënten met een eerste infarct ten opzichte van de complete maatschappij. Je moet dus de risico’s uit de weg gaan. We kennen ze allemaal, maar we houden er o zo weinig rekening mee.
- Roken moet compleet worden gestopt.
- Het overgewicht moet helemaal naar beneden.
- De hoge bloeddruk moet worden bestreden en constant worden geobserveerd.
- Er moet een actief bewegingsprogramma komen.
Je kan je daarbij natuurlijk laten voorlichten en helpen. Tegenwoordig zijn er fysiotherapeuten of kinesisten die oefenstonden inrichten speciaal voor infarctpatiënten. Eens dat je op het programma hebt ingepikt, kan je natuurlijk zelf de dagelijkse training voortzetten. Het is goed dat dit in het begin gebeurt onder begeleiding en observatie, terwijl de groepsgeest en het besef dat je niet alleen bent met hetzelfde probleem, het volhouden zal inspireren en stimuleren. Het moet de bedoeling worden de situatie van voor het infarct zo goed mogelijk te benaderen, zowel wat de werkprestaties als het comfort van het leven betreft, met dien verstande dat er zo weinig mogelijk risico’s mogen in zitten voor de gezondheid. De leeftijd, de grootte van het infarct, de omgeving van de patiënt, de gezinssituatie en het werkmilieu, de lichamelijke en psychische conditie spelen daarin een hoofdrol en die is voor iedereen verschillend.
In feite zou de patiënt er moeten naar streven het programma van de laatste dagen in het ziekenhuis voort te zetten, terwijl de raadgevingen van de artsen en de profs in het dagelijks levensprogramma worden ingebouwd. Dat wil dus zeggen: wandelen, oefeningen doen, rusten, vooral ook ’s middags een uurtje dutten, ’s avonds op tijd naar bed, geen te vermoeiende bezoeken, geen berookte lokalen en vooral het dieet in de gaten houden. Vergeet ook niet dat de eerste dagen nadat de patiënt terug thuis is zeer belastend kunnen zijn. Je moet de taal van het lichaam en de geest leren verstaan. Je moet er op letten als vermoeidheid optreedt, als je begint te zweten, als je pijn krijgt in de borst, als je ijl wordt in het hoofd. Probeer daarom je eigen grenzen te leren kennen en ze vooral niet te overschrijden.
Let op
Iedereen die een infarct heeft gehad, weet wel waarvoor hij of zij moet opletten. De raadgevingen om een tweede infarct te voorkomen zijn eigenlijk dezelfde als die om een eerste te vermijden. Dat betekent dat risicofactoren uit de weg moeten worden gegaan: roken is compleet taboe. Er is geen enkel voordeel aan het roken. Het kan kanker veroorzaken en bovendien bevordert het hartinfarcten. Te hoge bloeddruk en te hoge cholesterolwaarden zijn eveneens uit den boze. Voeding aanpassen: eiwitten beperken, vlees beperken, vooral rood vlees en zeker bewerkte vleeswaren, ook alcohol vermijden. Eet meer vis, veel groenten, schakel over op volle granen, vooral zilvervliesrijst, eet meer knoflook, vermijd scherpe kruiden en beperk zout.
Meidoorn of Crataegus is een natuurlijk versterkend middel voor de hartspier dat je in apotheken vindt. Verder voldoende in beweging blijven, op tijd ontspannen en vakantie nemen en wat filosofischer leren denken. Je zal er gelukkiger door worden trouwens.
Een tip: Crataecin van Fytobell om de hartspier te versterken.
Je vindt Crataecin van Fytobell in de apotheek met CNK-bestelnummer: 2899-896.
Of je kan Crataecin ook online bestellen via www.almed.be of via www.boverte.com.