Het Planbureau heeft het welzijnsgemiddelde van onze Belgische gezinnen onderzocht. Daaruit moet blijken dat er een forse achteruitgang is die tegen 2030 zal resulteren in het behalen van minder dan een derde van de doelstellingen. Die indicatoren betreffen gezondheid, levensstandaard en werk. Twee jaar geleden was het al geen vrolijk rapport want ons land was eigenlijk gebuisd: 4 op 10.
Kinderen uit probleemgezinnen grijpen sneller naar alcohol en drugs.
Was er in 2020 nog een stabiliteit waar te nemen dan is er sinds 2022 een zichtbare verslechtering vooral van de mentale gezondheid.: evenzo op het terrein van langdurige ziektes, als op het vlak van mentale gezondheid en dit ook voor wat de jeugd betreft.
Vooral jongeren tussen 126 en 24 zijn kwetsbaar. Dit uit zich ook in het onderwijs, sociale relaties en relaties met betrekking tot onze instellingen. Merkwaardig is dat de daling van het welzijn ook samenhangt met het veiligheidsgevoel, de kwaliteit van de omgeving en natuur, de werkgelegenheid, de kwaliteit van de lucht en de biodiversiteit.
Gezonde natuur kan helpen
Dat betekent: hoe natuurlijker een omgeving is en hoe meer divers qua bevolking maar ook qua landschap en kwaliteit van de lucht, hoe gelukkiger mensen zijn en hoe geringer de criminaliteit en hoe groter het welzijns- en veiligheidsgevoel. Het Planbureau waarschuwt ervoor dat de huidige situatie in ons land echt niet houdbaar is. Daarover bericht trouwens ook Medi-Quality dat waarschuwt voor een achteruitgang van de volksgezondheid. Men is van oordeel dat het risico op armoede en sociale uitsluiting groter wordt en de kans om slechte gewoonten aan te kweken nog groter: het begint met roken van sigaretten op zeer jonge leeftijd en het evolueert naar het gebruik van drugs, waarbij de criminele feiten steeds frequenter en gewelddadiger worden, afhankelijk van de groepsdruk die het beleid van de ouders heeft overgenomen.
Probleemgezinnen
Dat betekent dat in probleemgezinnen de kans om drugs te gebruiken en/of te dealen met alle gevolgen vandien, ook groter is.
De oplossing is niet eenvoudig, ondanks het feit dat men steeds meer kennis heeft van de oorzaken. Hoe maak je trouwens van probleemgezinnen, goede gezinnen? De oplossing ligt in het praten met de kinderen, hen positief aanmoedigen en wijzen op de gevaren, hen ethiek meegeven en een sociale verantwoordelijkheid. Maar hoe begin je eraan als de ouders zelf in de knoop liggen met zichzelf en problemen hebben met elkaar en zelfs niet met elkaar op een treffelijke manier kunnen omgaan en praten.
Gescheiden ouders
Een duizendtal jongeren uit diverse milieus en gezinnen werd onderzocht. Daaruit bleek dat kinderen van gescheiden ouders, of van ouders die met elkaar en met de kinderen in conflict lagen sneller naar drugs grepen dan kinderen uit harmonieuze gezinnen.
Kinderen die zich goed in hun vel voelen en geen contactproblemen hebben met de ouders gaan slechts zelden drugs uitproberen, terwijl kinderen uit probleemgezinnen, waar de kinderen slecht werden opgevangen, waar ze vaak alleen waren en waar ze geen geborgenheid vonden, vier- tot vijfmaal meer naar drugs grijpen dan kinderen uit „normale” gezinnen. Hetzelfde gaat ook op voor alcoholmisbruik.
Het zijn vooral problemen, angstgevoelens, onbegrepenheid, het ontbreken van een veilige haven thuis en onderlinge contactproblemen met jongeren zelf, die tot experimenten met alcohol en drugs leiden. De goede oude opvatting dat de opvoeding onvervangbaar door de ouders moet gebeuren, is hiermee duidelijk nog altijd van toepassing.
En het klinkt ouderwets, maar een jongeman uit Zweden die jarenlang in het drugcircuit en de criminaliteit had gezeten verklaarde dat hij clean geworden was en tot besef van een verkeerd leven was gekomen, doordat hij de bijbel had gelezen.
Maar wat wil je dat er verandert? Als zelfs de verantwoordelijke overheid zich daaraan bezondigt.