Ondanks verbeterde diagnosetechnieken en een grotere alertheid van de vrouwen, is borstkanker nog altijd de vorm van kanker die het meest voorkomt bij vrouwen. Bijna een derde van alle vrouwen die kanker krijgen, krijgt borstkanker. Het cijfer is enorm: één op de tien vrouwen en één op de vijftienhonderd mannen krijgen borstkanker. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over het ontstaan van borstkanker.
Borstkanker komt heel veel voor en heeft soms rechtstreeks te maken met de voeding. Gegrilde spijzen zijn kankerverwekkend.
Toch is een aantal risicofactoren bekend en die kunnen minder dan de helft van alle gevallen verklaren. De bekendste risicofactoren zijn:
- Borstkanker in de familie.
- Als je minstens drie naaste familieleden, die voor ze vijftig werden, met borstkanker hebt, dan kun je best een genetisch onderzoek laten uitvoeren om te zien of je drager bent van het gemuteerde BRCA1- of BRCA2-gen, dat borstkanker veroorzaakt.
- Kinderloosheid
- Het pas op late leeftijd krijgen van het eerste kind.
- Eerste menstruatie op jonge leeftijd.
- Late overgang.
- Overgewicht na de overgang.
- Pilgebruik (zeer gering en het iets verhoogde risico verdwijnt vijf tot tien jaar na het stoppen met de pil).
- Hormoongebruik in de overgang.
- Het drinken van drie of meer glazen alcohol per dag.
Onderzoekers uit New York hebben tevens een verband ontdekt tussen blootstelling aan verontreinigde stoffen in het milieu en de ontwikkeling van borstkanker.
Vooral de Polycyclische Aromatische Hydrocarbonen, stoffen die worden geproduceerd bij diesel- en olieverbranding kunnen negatieve effecten hebben. Deze stoffen komen ook voor in sigarettenrook en geroosterd vlees.
Een vetarme, vleesarme en vezelrijke voeding verlaagt het risico op borstkanker met twintig tot vijfentwintig procent. Lichaamsbeweging levert een gelijkwaardig beschermend effect op. De symptomen zijn: een knobbel of zwelling in de borst, een ingetrokken tepel, of bloederige tepelafscheiding.