Als we het over besmettelijke ziekten hebben, denkt iedereen automatisch aan griep, covid, rubella, cholera enz. Zelden of nooit komt het in de gedachten op om TBC daar nog bij te rekenen, want… die ziekte is toch uitgestorven, verbannen, behoort definitief tot het verleden?
Niets is minder waar. Het komt ook in ons land nog steeds voor, hoewel in mindere mate in vergelijking met andere landen. Ook bij ons komen elk jaar ongeveer 1000 gevallen van tuberculose voor en sommige mensen sterven eraan. Het is namelijk een besmettelijke ziekte die verspreid wordt door bacteriën. Elk jaar krijgen in de wereld ongeveer 10 miljoen mensen tuberculose en achttien percent, dat is dan 1,8 miljoen, gaat eraan dood, meestal in de zuidelijke helft van Afrika en centraal Azië, dus ook in het Aziatische deel van Rusland. De hygiënische omstandigheden zijn bepalend. Eigenlijk is tuberculose alleen al verantwoordelijk voor de dood van evenveel mensen als van alle andere infectieziekten samen. Dus toch!
Tuberculose is een zeer besmettelijke ziekte en nog lang niet uitgeroeid. Als het afweermechanisme ontregeld of verzwakt is, dan kan je gemakkelijker besmet geraken. Vooral mensen met een drankprobleem lopen gevaar.
Twee generaties geleden werd elk jaar bij een medisch schoolonderzoek elke leerling getest op TBC door middel van een röntgen-scopie. Achteraf bleek de wetenschap wel grof spel gespeeld te hebben, want elke radioactieve belasting was er een te veel, zeker als het niet nodig was. Daarna werden het longfoto’s, een stuk minder gevaarlijk, maar dankzij de antibiotica was het kwaad sterk teruggedrongen, tot de bacterie het spel doorhad en resistentie opbouwde. Terug naar af!
Besmettelijk
Want tuberculose is en blijft een levensgevaarlijke, dodelijk infectieziekte die wordt overgebracht door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. De bacteriën worden van een besmet persoon naar een ander individu overgebracht via druppelinfectie: niezen, hoesten, dichtbij praten, een beetje zoals we nu kennen met covid. Het vervelende is dat het niet beperkt blijft tot de luchtwegen. De longen kunnen worden aangetast, maar ook het bot, de nieren, zelfs de hersenen. Vandaar het acuut levensgevaar.
Dankzij antibiotica is de ziekte beheersbaar, maar het risico op resistentie is groot. Daarom moeten deze patiënten minstens vier tot vijf maanden hun therapie blijven volgen, anders ontwikkelt zich nog een veel sterkere en dus resistente bacterie.
Een ziek besmet persoon kan door hoesten en niezen druppeltjes met bacteriën overbrengen naar iemand anders. Het is pas als deze persoon ziek is, de druppels ook besmettelijk zijn. Wie niet hoest en zich niet ziek voelt ondanks het feit dat er bacteriën in zijn bloed circuleren, zal iemand anders doorgaans niet kunnen besmetten.
Het is dus van belang de symptomen tijdig te ontdekken en zich daarna meteen te laten behandelen en te isoleren. Hoesten in een zakdoek en zeker niet in het gezicht van iemand anders is een eerste maatregel. De kans is dan veel kleiner om iemand te besmetten.
Hoesten, zweten, vermageren…
Een vroegere benaming was “de tering”, naar analogie van uitgeteerd. Zo zien die mensen er ook uit. De meesten onder ons waanden de ziekte uitgeroeid. Iets van lang geleden, tijdens de Eerste Wereldoorlog, dacht men. Tering was, net als tyfus in de Tweede Wereldoorlog, typisch een soldatenziekte. De donkere, altijd vochtige schuilplaatsen in de loopgrachten vormden een feest voor de bacil die de levensgevaarlijke kwaal veroorzaakt. Tussen 1914 en 1918 en na de wereldoorlog zijn trouwens meer soldaten omgekomen door ziekten als tering en Spaanse griep dan door het vuur van de vijand.
Maar uitgeroeid is de ziekte tuberculose zeker niet. De bacil van Koch, de ziekteverwekker, is weer in opmars. Een paar decennia geleden was er trouwens een belangrijke uitbraak in Oostende. Een vrouw overleed aan de ziekte. Hoe dat allemaal begonnen is… de persoon in kwestie kon al maanden en zelfs jaren besmet geweest zijn voor de ziekte uitbrak. Zoek dan maar uit waar de besmetting vandaan komt.
Hygiëne
Het is een feit dat marginale leefomstandigheden de mens gevoeliger maken voor een besmetting. Algemene uitputting, onhygiënische behuizing en gebrek aan verzorging vormen de ideale voedingsbodem. Vooral stevige drinkers zijn er extra gevoelig voor. Soms slapen ze hun roes uit buiten op de straat. Door de alcohol geven ze veel warmte af, raken min of meer onderkoeld en voor ze het weten hebben ze een longontsteking te pakken. Eén bacilletje van Koch kan de bacterie te veel zijn.
En omdat ze verkouden zijn of kampen met een longontsteking hoesten en kuchen ze. Dan vormen ze op hun beurt een bron van besmetting, want de bacillen komen uit de longen en verspreiden zich via het mondvocht, reizen dus mee met de microscopische waterpartikeltjes die de TBC-lijder uithoest en die door de anderen worden ingeademd. Op die manier kan één met tering besmet persoon op zeer korte termijn een heel leger gezonde mensen aantasten.
Maar lang niet iedereen die met “het beestje” in aanraking komt, wordt daadwerkelijk ook ziek. Hoe zwakker de fysieke conditie, hoe gevoeliger mensen worden aan de bacil. Wie overigens goed gezond is, zal echt niet vallen van de eerste de beste aanval van de bacil van Koch. Dat is trouwens voor alle infectieziekten zo: van griep tot covid. Een goed werkend immuunsysteem kan veel onheil voorkomen.
Marginale leefomstandigheden
Het probleem is het grootst bij drugsverslaafden, drankzuchtigen, of andere mensen die oververmoeid zijn of ondervoed, of die aan een andere ernstige aandoening lijden. Voor een aidspatiënt, met ondermijnd afweersysteem, is een besmetting met TBC uiterst gevaarlijk en vrijwel zeker dodelijk.
De symptomen zijn een hardnekkige (drie tot vier weken lang) hoest, overdadig zweten ’s nachts, gebrek aan eetlust en dus ook sterke, onverklaarbare vermagering. Wie deze symptomen bij zichzelf herkent, kan beter naar de arts stappen en voor alle zekerheid de longen grondig laten bekijken. Moderne middelen die de geneeskunde in stelling brengt, kunnen zelfs als „ernstig” omschreven „gevallen” nog perfect genezen. Maar wie een TBC laat woekeren en aanslepen loopt het risico dat het fataal afloopt.
Vijfhonderd Vlamingen per jaar
TBC is, ook in ons beschaafde land, minder zeldzaam dan men geneigd is te denken. Elk jaar worden ruim twaalfhonderd nieuwe ziektegevallen vastgesteld, waarvan meer dan vijfhonderd in Vlaanderen. Maar een goede zestig daarvan worden gevonden in plaatsen die men algemeen met deze ziekte zou willen vereenzelvigen: gevangenissen, kazernes, sociale getto’s.
Een ander deel is duidelijk geïmporteerd uit het buitenland. Daklozen en sans-papiers lopen groter gevaar en brengen het probleem soms mee uit hun land van oorsprong: van Midden-Afrika tot Aziatisch Rusland. Daar is de ziekte bepaald niet uitgeroeid: heel dikwijls woekert de ziekte er in werkkampen en gevangenissen. De behandeling is er niet systematisch zoals hier.
Risico op massale uitbraak?
Alles kan, maar de kans is kleiner in ons land, dat het tot een massale uitbraak komt. Toch kan de ziekte zonder problemen geïmporteerd worden uit dergelijke broeihaarden en een nieuwe resistente bacteriestam ontwikkelen.
Als dergelijke „resistente” bacillen zich massaal kunnen ontwikkelen is TBC in staat op grote schaal en wereldwijd toe te slaan, tot weer een nieuw middel is ontdekt.
In Afrika zijn al stammen van dergelijke bacillen ontdekt, maar die zijn gelukkig nog nooit gesignaleerd in het Westen. Door een goede behandeling en een voorbeeldige levenshygiëne mag een TBC-lijder zich na een half jaar als genezen beschouwen en kan hij of zij niemand meer besmetten. Het is wel belangrijk onder controle te blijven. En dan het antwoord op de vraag of we nog bang moeten zijn van tuberculose… Eigenlijk niet zozeer. Maar we moeten wel alert blijven!