Een kind leert niet vanzelf praten. Dat moet aangeleerd worden. Alles trouwens. Dat is ook zo in het dierenrijk. Niet dat dieren kunnen of leren praten, maar ze leren van de ouders en van hun omgeving hoe ze moeten eten, klimmen, voedsel verzamelen, gras wieden, melk drinken geluiden voortbrengen. Die wet en gewoonte geldt ook voor mensen, voor baby’s voor kinderen.
Hoe meer de ouders met de baby en kinderen praten, des te gemakkelijker zal het kind zich ontwikkelen en taalvaardiger worden.
Vandaar dat taalvaardigheid, maar ook de soort taal belangrijk is en meegegeven wordt door de ouders. In Frankrijk praat men anders dan in België en Nederland.
Hoe meer een moeder, zelfs een toekomstige moeder tegen haar baby en toekomstige baby praat, des te gemakkelijker zal na de geboorte de baby en later het kind de taal en de gewoonten overnemen.
Het hoeven niet allemaal dichters, schrijvers of taalgeniën te zijn, maar communicatie is enorm belangrijk voor iedereen.
Voortdurend praten
Daarom is het van groot belang dat een jonge moeder ook voortdurend tegen haar baby, haar kleuter praat, om de woordenschat en de taalvaardigheid te ontwikkelen en te vergroten.
Als ze door het huis, naar de keuken, naar de living loopt, kan ze gewoon zeggen: ik loop naar de keuken, want ik ga voor de maaltijd zorgen.
Later zal het kind de klanken en daarna de woorden en tenslotte de begrippen associëren met wat de moeder heeft gedaan.
Zodoende zal het kind op de leeftijd van twee jaar al een woordenschat verzameld hebben van een kleine vijfhonderd woorden en standaardformules waarmee het aan de slag kan en zich kan uitdrukken.
Daarom ook is het niet te best dat een moeder in kleutertaal of brabbeltaal tegen de baby praat. Amerikanen hebben daar onderzoek naar gedaan en een kind en de taal van het kind ontwikkelen zich beter als de moeder normaal praat tegen de baby in de plaats van brabbeltaal en babyklanken te herhalen of voort te zetten.
Zo leert de baby niet hoe het zich later moet uitdrukken. Woorden met meervoudige letteergrepen zijn moeilijk voor een jong kind, maar de moeder moet de taal van de baby niet overnemen, wel andersom.
Taalvaardigheid ontwikkelen
Het is ook beter om in lange zinnen te praten, dan in ultrakorte zinnetjes. Zo leert het kind begrippen te volgen en de zinnen in delen te capteren. Dat bleek na een onderzoek aan de Stanford universiteit. De oude Romeinen wisten dat al en ze schreven dan ook volzinnen die zelfs een hele bladzijde in beslag namen. Latijnse perioden noemden ze dat.
Er zijn trouwens grote verschillen in taalvaardigheid van kinderen. Dat is niet verwonderlijk als je weet dat sommige ouders bijna 15.000 woorden per dag tegen hun kind spreken terwijl dat in andere gezinnen slechts een kleine 700 woorden zijn. Niet verwonderlijk dat deze kinderen zich anders ontwikkelen en andere interesses hebben.
Praat veel, leg veel uit, spreek langzaam en gebruik ook gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Het kind zal later meer interesses hebben en zich verbaal en literair, maar ook verstandelijk beter ontwikkelen.
Natuurlijk spreken en knuffelen
We weten natuurlijk dat het heel belangrijk is om al heel vroeg op een normale en natuurlijke wijze met kinderen te spreken, omdat ze op die manier hun taalgevoel kunnen ontwikkelen. Volgens een Britse onderzoeker is het tijdstip waarop de taal en de begripsvorming begint veel vroeger dan men had gedacht. Volgens deze kinderpsychologe zijn de eerste vier maanden in het leven van de baby uitermate belangrijk en mag deze periode door de ouders niet verwaarloosd worden.
Kinderen moeten dan geknuffeld worden en er moet vooral ook tegen gepraat worden. Natuurlijk zal de baby enkel met een lachje reageren, maar de begripsvorming wordt op die manier aangewakkerd. Kinderen tegen wie vroeg gepraat wordt, zijn later verbaal vaardiger. De voorwaarde is zelfs dat er minstens een half uur tot drie kwartier moet mee gepraat worden, vanaf de eerste levensdagen.
Het is niet zo belangrijk waarover het gesprek gaat, maar uiteraard zullen het dingen zijn die in de omgeving van het kind en in relatie tot de ouders belangrijk zijn. Belangrijk is ook dat het vooral de vader en de moeder zijn die zich om het kind moeten bekommeren en dat ze in deze „spraakoefeningen” met elkaar moeten afwisselen.
Daarom ook is het belangrijk dat de ouders zich ook blijven ontwikkelen om zodoende informatie naar hun kinderen te kunnen overbrengen.