Deze maand maart wordt door de overheid en gezondheidsdiensten vooral in het teken gesteld van de preventie van darmkanker. Dat is niet zonder reden, want na borstkanker is darmkanker de tweede grootste oorzaak van sterfte bij vrouwen en de derde grootste bij mannen, na hart- en vaatziekten en prostaatkanker. Het heeft dus wel degelijk zin om er de aandacht op te trekken en vooral te wijzen op het feit dat darmkanker relatief gemakkelijk te voorkomen is. Dat kan op twee manieren: de levenswijze omschakelen en risicofactoren vermijden en daarnaast tijdige preventie omdat in een vroeg stadium de poliepen in de darmen eenvoudig kunnen worden weggenomen zodat ze niet uitgroeien tot kankergezwellen die ook kunnen metastaseren in andere lichaamsweefsels.
Veel groenten en vruchten eten, is een must. Ze bevatten ruwvezelstoffen die helpen kanker te voorkomen. Wie meer vruchten en groenten eet, zal niet enkel helpen kanker te voorkomen, maar ook minder kans lopen op hart- en vaatziekten.
Het is zoals met heel veel problemen: darmkanker hangt nauw samen met onze levenswijze en die is niet bepaald in de goede richting aan het evolueren. We kunnen het wel weten, maar willen we het ook weten? Want het is gemakkelijker zijn leven te laten leiden door wat de economie ons opdringt dan door wat het gezond verstand ons influistert. En dat is vaak veel te stil, zodat we het niet horen als we het niet willen horen.
Je merkt het niet meteen
Darmkanker komt dus relatief veel voor. Het probleem is dat je het niet meteen merkt. Het is geen probleem dat van bij de start alarmsignalen afgeeft. En toch is het belangrijk om dit te weten, omdat de darmen en de darmflora de complete gezondheid bepalen. Ondanks de waarschuwingen en de geavanceerde diagnosetechnieken, zijn er in ons land nog altijd tussen de 8.000 en de 9.000 nieuwe gevallen per jaar waarvan één vierde elke jaar zal overlijden.
Dat betekent dat we elk jaar geconfronteerd worden met 2.000 sterfgevallen als gevolg van primaire darmkanker. De leeftijd wordt steeds jonger, hoewel de kwaal meestal “gereserveerd” is voor mensen met een hogere leeftijd. Dat neemt niet weg dat iemand van middelbare leeftijd ook heel goed geconfronteerd kan worden met het probleem. Het is beslist te laat om in te grijpen en de levenswijze om te gooien tot men een hogere leeftijd heeft bereikt. Vanaf veertig jaar is men tegenwoordig al risicopatiënt en onze eetgewoonten zijn daarvan de belangrijkste oorzaak.
Wie is risicopatiënt?
Wie moet vooral alert zijn: mensen met een voorgeschiedenis van darmkanker bij zichzelf, of bij wie darmkanker voorkomt in de familie, of bij plotse en onverklaarbare vermagering en een ongewoon, afwijkend patroon in de stoelgang en natuurlijk zeker als bloed in de stoelgang wordt waargenomen.
Zowel een stoelgangonderzoek als een coloscopie kunnen in die gevallen aangewezen zijn en snel een diagnose opleveren.
Een tiental jaar geleden werd voor het eerst de mogelijkheid voorzien van een gratis screening voor wie in de leeftijdscategorie 50 tot 75 jaar zat. Niet de helft maakte gebruik van de aangeboden mogelijkheid. Toch was die eerste screening een soort “zelftestpakket” waarmee je een monster kon maken van de stoelgang en die aan de dokter bezorgen of opsturen naar een labo. Daarmee kon worden nagegaan of er bloed in de faeces aanwezig was – iets wat je zelf met het blote oog niet altijd merkt – en dus moest overgegaan worden tot meer nauwkeurige en gerichte test zoals een bloedonderzoek en een coloscopie. Als de stoelgang werkelijk zwart kleurt is er wat aan de hand en dat betekent dat er al ruime hoeveelheden bloed in de ontlasting terecht zijn gekomen. Uiteraard is de donkere verkleuring ook onderhevig aan wat je tevoren hebt gegeten, zoals bijvoorbeeld spinazie. Dan kleurt de stoelgang vanzelf donkerder. Maar als de verkleuring langere tijd ondanks het dieet blijft aanhouden, moet men er beslist aandacht aan schenken.
Tijdens die coloscopie konden afwijkingen worden waargenomen zoals poliepen en die kunnen meteen worden verwijderd, want de mogelijkheid tot verdere aangroei en tot kwaadaardige infiltratie in de omliggende weefsels. Daarmee was het gevaar bekend, maar ook ingeperkt. De nazorg bestond enkel uit een periodieke opvolging en screening om de zoveel jaar. Meestal bleef het na die ingreep rustig en waren geen bijkomende kankergezwellen te vrezen. De voorwaarde was wel dat alles in een vroeg stadium werd ontdekt en behandeld.
Voorkomen is beter dan genezen
Er heerst nog altijd een zekere terughoudendheid met betrekking tot dergelijke onderzoeken en ook de zelftest thuis, om een monster te nemen kan niet op groot succes rekenen. De demografische verspreiding is tekenend: in een armere omgeving en vooral in het Brusselse en in eenvoudige wijken in Wallonië is er weinig animo om eraan mee te werken. Wellicht door gebrek aan voldoende informatie, maar ook uit angst voor het onbekende: men weet het liever niet en dus is er geen gevaar zolang men niet geconfronteerd wordt men problemen, of de resultaten van een onderzoek. Toch is het in die omgeving van belang dat aan preventie wordt gedaan, omdat de levenswijze er niet bepaald gezond kan genoemd worden: goedkoop voedsel, junkfood, een weinig positieve levenskijk en ook een sedentair leven. Zelfs werklozen die tijd hebben, verdoen die tijd liever voor het computerscherm of de tv, dan ervan te profiteren om te ontspannen in de natuur en te gaan stappen.
Hoe pak je het aan?
Gezondheid is nooit het resultaat van een medicijn. Dat middel kan er wel toe bijdragen dat de lichaamskracht toeneemt, dat de eigen weerstand weer wordt opgebouwd, maar het is altijd de natuur die moet genezen. Maar je moet de natuur ook niet uitdagen en je moet stoffen aanreiken om gezond te blijven: vitamines, antioxidanten, mineralen, vezels, kortom alles wat het lichaam nodig heeft om de cellen gezond te houden. Je moet geen stoffen toevoegen waarmee het lichaam al op voorhand een probleem heeft: junkfood bijvoorbeeld.
We hoeven maar te kijken naar de natuurvolkeren daar komt vrijwel nooit darmkanker voor. Dat gebeurt pas op het moment dat ze zich westers gaan gedragen en geïndustrialiseerd voedsel gebruiken.
Ze varen niet zo wel bij de welvaart. Het grote verschil tussen ons voedsel en dat van natuurvolkeren is dat zij met hun niet geraffineerd voedsel nog voldoende plantenvezels, of ballaststoffen naar binnen krijgen. Wij veredelen alles, maar in feite is dat een grote verarming. Die ballaststoffen verteren wel niet, maar ze helpen bij de transit van het voedsel door de darmen naar de endeldarm. Daardoor wordt de peristaltiek of automatische voortstuwende beweging gestimuleerd.
Giftige eindproducten van de stofwisseling kunnen op die manier tijdig het lichaam verlaten. Geraffineerde producten helpen daardoor mee het lichaam zichzelf te vergiftigen: wittebrood, fijne gebakjes, suikerzoete snoepjes, vette geoxideerde spijzen, gebakken producten vol vrije radicalen en transvetten en vooral ook veel vlees, maken dat het lichaam een ideale broeikas wordt van rotting en gisting.
Ontstekingen en verstopping zijn nog maar een klein gevolg, vergeleken met de kiem van de kanker die hierdoor wordt gelegd. Als jarenlang de darmen geïrriteerd worden en een ware martelgang moeten ondergaan met gedenatureerd, geraffineerd, artificieel gekleurd en gezoet voedsel dat sterk op smaak werd gebracht met kunstmatige middelen, hoeft het ons niet te verwonderen dat de natuur ingrijpt en zich tegen de gang van zaken keert. Kiezen voor gezondheid en het leven is kiezen voor de natuur. Niet voor aanlokkelijke producten die uit het labo van de economie komen.
De maatregelen zijn eenvoudig
- Stop met junkfood.
- Eet geen geraffineerde producten.
- Mijd alles wat op smaak gebracht is met suiker.
- Vermijd rood vlees.
- Vermijd absoluut bewerkte zogenaamd “fijne” vleeswaren.
- Eet ook niet te veel vlees en kies liever voor vis, zelfs vette vis.
- Eet meer groenten en vruchten.
- Kies ook voor gefermenteerde voeding zoals zuurkool, yoghurt enz.
- Rook absoluut niet.
- Drink geen alcohol, ook niet in kleine hoeveelheden. Alcohol is niet enkel vergif voor de lever, ook voor de darmen.
- Hou je gewicht op peil, of vermager, want obesitas is een risicofactor.
- Beweeg elke dag.
Zo kun je darmkanker met goed gevolg zeker voorkomen.
En het kan nooit kwaad goed zorg te dragen voor gezonde darmflora. Dat kan met de goede probiotische bacteriën die je vindt in gefermenteerde groenten en yoghurt.
Ook een tip: een uitstekend supplement met probiotische bacteriën is Digesbiose van Fytobell.
Je vindt Digesbiose van Fytobell in de apotheek met CNK-bestelnummer: 1752-278.
Of je kunt Digesbiose van Fytobell ook online bestellen via www.fytobell.be of www.boverte.com.